Al 20 jaar de verbindende factor op jouw werkvloer!
Start nu met je lasopleiding, training of certificering.

Mail ons

Wil je weten welke opleiding bij jou of je bedrijf past? Neem dan contact met ons op voor een vrijblijvend adviesgesprek.

5 + 2 =

sep 2, 2015 | Lasschool

Gasunie investeert in mechanisatie om hooggekwalificeerde lassers te ontzien

Nederland moet gasrotonde van Europa worden; in de geleidelijke realisatie van dat doel speelt Gasunie een belangrijke rol. Bij de verdere aanpassing en uitbouw van het gastransportnet maakt de afdeling Speciale Opdrachten van Gasunie gebruik van de Lone Star, een apparaat voor gemechaniseerd lassen van pijpleidingen, in combinatie met geavanceerde stroombronnen. “Onderzoeken, zoals de ultrasoon onderzoekstechniek TOFD, laten zien dat we met de drie apparaten die we nu inzetten, sneller kunnen lassen en de kwaliteit beter is” zegt werkvoorbereider/lasdeskundige Jan Marquering. “Maar voor ons telt in de eerste plaats de veel geringere lichamelijke belasting. We moeten zuinig zijn op onze lassers.”

 
We spreken Marquering in de vestiging van de Gasunie in Deventer, waar o.a. ‘split-tees’ en ‘stopple-tees’ worden gemaakt. Split-tees zijn aanbouw-constructies om permanente aftakkingen vangasleidingen te realiseren. Met stopple-tees en aanboor afsluiters wordt een deel van een bestaande leiding voor onderhoud of reparatie tijdelijk afgesloten terwijl het gas kan doorstromen via een bypass-leiding. Op deze manier kan de levering van aardgas gewoon blijven doorgaan. Het gaat om omvangrijke constructies omdat de leidingen waarin ze worden toegepast grote diameters kunnen hebben (4”- 48″) en er zitten vele uren laswerk in voor zowel de rond- en langsnaden. Gasunie zet hiervoor de drie Lone Star apparaten in combinatie met Phoenix 500 MIG/MAG-stroombronnen van EWM in. Rondnaden worden met de hand gelast. Alle apparatuur is geleverd door Lastechniek Europa te Nieuwegein, dat tevens de training en lasserskwalificaties rond de werkzaamheden verzorgt.
 
Instelbare toortsstand
De Lone Star, ontwikkeld door de Amerikaanse fabrikant van apparatuur voor pijpleidinglassen Dyna Torque Technologies, wordt wereldwijd toegepast voor gemechaniseerd lassen van pijpleidingen in voornamelijk onshore-projecten. Bij dit systeem loopt een lastoortshouder over een rail langs of rond de pijp. In de orbitale functie kan per graad een parameterset worden geprogrammeerd; geen overbodige luxe, omdat iedere stand weer andere lasspanning en -stroom, voortloopsnelheid en eventueel pendelbreedte vereist. Met het oog op het voorkómen van bindings- en andere fouten is ook de stand van de lastoorts t.o.v. de las instelbaar. In tegenstelling tot andere systemen met een vaste toortspositie wordt daarmee de actie van de lasser, die bij het handlassen de stand voortdurend aanpast om het smeltbad onder controle te houden, nagebootst. Je zou dus kunnen zeggen dat het Dyna Torque systeem de flexibiliteit van het handlassen benadert, terwijl de productiviteit veel hoger is. Dat is ook de ervaring van Marquering.
“Het gemechaniseerd lassen gaat ruim twee keer zo snel als handlassen. Voor ons stond echter het arbotechnische voordeel voorop. Voor deze werkzaamheden zetten we uitgebreid getrainde, zeer gekwalificeerde lassers in. Vakmensen waarop we zuinig willen zijn. Handlassen in bijna onmogelijke posities onder uiteenlopende weersomstandigheden is een zware fysieke belasting. Je moet dan in meerdere ploegen werken, die elkaar geregeld aflossen. Als je dan een groot deel van de werkzaamheden kunt mechaniseren, is dat een uitkomst. We hebben natuurlijk eerst proeven gedaan met de Lone Star en de lasapparatuur; die pakten gunstig uit en we zijn nu zover om de langsnaden van split-tees volledig gemechaniseerd, met afstandsbediening, uit te voeren. Dat gaat naar volle tevredenheid.”
 
Grote gatenzaag
Een split-tee bestaat uit twee stalen schalen die worden aangeleverd met een voorbewerkte V30°-naad en een vooropening van 3 à 4 mm. Aan de achterzijde van de verbinding is een stalen backing-strip aangebracht zodat de bestaande gasleiding bij het lassen van de schaaldelen niet beschadigt en een homogene lasverbinding ontstaat. De opening voor de verbinding tussen de bestaande en de nieuwe gasleiding wordt gemaakt met een grote frees, voorzien van wisselplaten. De schalen worden om een leiding van het bestaande gasleidingnet geplaatst en afgesteld. De lassen bevinden zich dus onder- en bovenaan. Bij handlassen zou dus ‘boven het hoofd’ en ‘onder de hand’ gelast moeten worden, posities die in lastechnisch jargon worden aangegeven als ‘PA’ resp. ‘PE’. Aan weerszijden van de langsnaden worden verwarmingselementen aangebracht om de
 
naad op ca. 100 °C voor te verwarmen. Tijdens het lassen gaat de gasdoorstroming gewoon door, wat voor een sterke afkoeling zorgt. De grondnaad wordt gelast met een massieve draad, voor de vullagen is een gevulde draad geselecteerd, die de vereiste kerfslagwaarde haalt.
Welke lasprocessen worden toegepast, is vaak een kwestie van vallen en opstaan, zegt Marquering. Zo zijn voor het lassen van stopple-tees, waarbij de langnaad zich aan de zijkant (positie PC) bevindt, twee methoden ontwikkeld. De naad heeft hier eveneens een vooropening; aan de bovenkant wordt naadschuinte van 50°, aan de onderzijde van 10° aangehouden. Bij de ene methode wordt de grondnaad door handlassen met basische elektroden gelegd, waarna de Lone Star in actie komt en de naad gemechaniseerd wordt afgelast met rutiel gevulde draad. Bij de andere methode wordt de grondlaag met het ColdArc-proces (een door EWM ontwikkeld proces met minimale warmte-inbreng) tot stand gebracht waarna op de zojuist beschreven wijze wordt afgelast.
 
Training
Marquering: “Waarschijnlijk dit jaar nog zullen we ook voor het rondgaand lassen procedures ontwikkelen. Dat doen we allemaal niet in ons eentje: Lastechniek Europa ondersteunt ons daarbij met onderzoek, in Nieuwegein en op locatie, maar ook met opleiding en het kwalificeren van methoden en lassers. Een aantal van onze lassers heeft gedurende een week een training gekregen bij Lastechniek Europa waarna nog een week volgde voor de lasserskwalificaties. Dat gebeurt aan de hand van onze eigen Gasunie-normen.”
Hoewel het gemechaniseerde lasproces veel sneller verloopt dan het handlassen is de voorbereidingstijd langer, onder andere omdat er een winddichte tent om het laswerk moet worden opgebouwd en de apparatuur moet worden ingesteld. Bij handlassen kan het werk al na één dag na het plaatsen van het aggregaat van start gaan. Een pluspunt is weer dat de kwaliteit van de lassen beter en consistenter is. De echte winst zit ‘m echter, zoals Marquering al aangaf, in de grote verbetering van de arbeidsomstandigheden . “Je kunt beter wat investeren in apparatuur dan dat je de lassers te zwaar belast. Dat is ook eigenbelang hoor: in de nieuwe wetgeving wordt de werkgever verplicht om gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers in dienst te houden. Met onze benadering kunnen we langer van hun lastechnische vakmanschap profiteren.”